Openbare Basisschool de Bloemhof in Rotterdam werkt vanuit de overtuiging dat kinderen veel meer leren als zij vanuit hun eigen beleving kwesties kunnen onderzoeken. Hierdoor verbetert de taalvaardigheid, de algemene ontwikkeling en de zelfstandige houding van de kinderen. Bovendien kunnen de kinderen met veel plezier zelf de wereld ontdekken. Door thema’s in projecten uit te werken kan elk kind op zijn of haar eigen manier een leerstrategie ontwikkelen en aansluiten bij het eigen niveau. Binnen een project stellen de kinderen zelf een aantal vragen en gaan op zoek om die te beantwoorden. De kinderen leren om zelf te plannen en hun werk in te delen, om samen te werken met anderen en een goede presentatie te houden, zodat de kinderen van elkaar leren.
Eco-sociale vaardigheden
Henk Oosterling, filosoof en oprichter van Vakmanstad Rotterdam, bedacht een ‘interventie met eco-sociale inslag’ die in 2007 is gestart op De Bloemhof. De leerlingen krijgen les in vier extra vakken: judo, koken, tuinieren en filosofie. Vier keer in de week eten de ruim driehonderd leerlingen van Bloemhof ’s middags een warme, verse, gezonde maaltijd, bijgestaan door dertig tot veertig moeders, waaronder een als sous-chef, en stagiaires van mbo en hbo. Dankzij de kooklessen en de gezamenlijke maaltijden leren de kinderen wat gezond eten is. Want dat kennen de meesten niet. Bloemhof is een wijk in Rotterdam met een hoge werkeloosheid, grote taalachterstanden en een derde van de bevolking die onder de armoedegrens leeft. Veel leerlingen komen zonder ontbijt op school, maar snoepen wel veel tussendoor, met zwaarlijvigheid en gebrek aan concentratie als gevolg. Tijdens de lessen in de tuin zaaien de kinderen groenten, onderhouden de tuin en oogsten de groenten. Zo leren ze waar hun eten vandaan komt: uit de grond die verzorgd moet worden om te kunnen eten. Tijdens de judolessen werken de kinderen aan hun mentale en fysieke conditie en daardoor aan hun eigenwaarde. Ze leren om samen te werken en respect te hebben voor elkaar en voor de leraar. Dat is belangrijk in de huidige digitale – niet-materiële – wereld waarin jongeren snel de fysieke binding met de werkelijkheid dreigen te verliezen.
Filosoferen in plaats van knokken
In de filosofieles leren de leerlingen argumenteren, in plaats van primair te reageren via het korte lontje. Zo leren de leerlingen elkaar beter begrijpen. Het is de bedoeling dat de vier vaklessen in elkaar grijpen en een positieve onderlinge afhankelijkheid aankweken, een eco-sociale cirkel van bewegen, koken, eten, verbouwen en reflecteren. De aanpak van Oosterling loopt nu ruim vier jaar en wordt gemonitord door het Verwey-Jonker Instituut. Ondanks het koken en eten op school is het overgewicht toegenomen, doordat de kinderen thuis ongezond blijven eten. Op sociaal-emotioneel zijn er wel goed resultaten: de leerlingen zijn makkelijker aan te spreken, zijn evenwichtiger en beter op elkaar ingesteld en ze kunnen beter argumenteren. Na een enorme achterstand scoort de school met de Cito-toetsen nu boven het landelijk gemiddelde.
Verbreding
Het project op de Bloemhofschool is nu uitgebreid naar een Vakhuis: een nieuw soort buurthuis gevestigd in het vmbo-vakcollege, voor jongeren van 10 tot 14 jaar, waar hen na schooltijd vakmanschap wordt bijgebracht in de techniek, zorg, gezondheid, ICT en cultuur. Oosterling sluit aan bij ambities van de leerlingen zelf: aan een auto prutsen, gitaar spelen, de kozijnen verven, een website bouwen. Door deze ambities te versterken en stages aan te bieden, kunnen de jongeren uit hun zeer beperkte netwerk komen.
Daarnaast is er een Vakwerf voor 14- tot 19-jarigen. Hier is het de bedoeling dat de jongeren een echt vak leren. Henk Oosterling lobbyt bij grote bedrijven om de leerlingen een stage en eennetwerk te bezorgen. Het gaat er volgens hem om, dat een kind op een plek komt waar hij op basis van zijn kwaliteiten zijn keuzes kan maken.
Geef een reactie