Ziekenhuizen moeten gegevens over ruim 3500 indicatoren aanleveren aan de Inspectie, NZa, zorgverzekeraars en Zorginstituut Nederland. Het Utrechtse Diakonessenhuis stopt met het aanleveren van honderd kwaliteitsindicatoren aan het Zorginstituut Nederland. Het ziekenhuis wil daarmee een signaal afgeven. Stafvoorzitter en MDL-arts Marc Verhagen: ‘Het genereren van getallen waar we vervolgens niets mee doen en alleen maar naar kijken, maakt de zorg niet beter.’ Bovendien is het van veel indicatoren niet duidelijk wie ze wanneer heeft bedacht en waarom. ‘En toch moeten we ze registreren.’
(Ont)Regel de Zorg
Medisch specialisten en ziekenhuizen discussiëren al langere tijd over zinnige en onzinnige indicatoren in de denktank (Ont)Regel de Zorg. Zorgverleners in Nederland ervaren immers steeds meer administratiedruk, veroorzaakt door politieke keuzes, wetgeving, zorgverzekeraars, protocollen en normen van de eigen beroepsverenigingen en toezichthouders. Ze houden daardoor minder tijd over voor waar het in de zorg daadwerkelijk om draait: de patiënt. Huisartsencollectief Het Roer Moet Om nam, in samenwerking met VvAA het initiatief tot een brede beweging (Ont)Regel de Zorg, die zich richt op het terugdringen van (onzinnige) administratie en registratie. Een van de manieren waarop ze dit doen is het in kaart brengen van de administratieve druk bij zorgprofessionals. Deze ‘(ont)regelaars’ onderzochten tussen 1 augustus en 18 november 2017 de administratiedruk bij zorgprofessionals. Op 27 maart j.l. boden zij minister Bruins ruim 60 schrappunten aan en deden een dringende oproep om de toenemende regeldruk een halt toe te roepen.
Verplicht of vrijwillig
De actie van het Diakonessenhuis is bedoeld om de discussie verder te prikkelen. Op de lijst van indiatoren die het ziekenhuis schrapt staan voornamelijk procesindicatoren waar niemand in het ziekenhuis iets mee doet en die geen betrekking hebben op de uitkomst van behandelingen. Ziekenhuizen zijn wettelijk verplicht gegevens over een aantal indicatoren aan te leveren. Het Diakonessenhuis ontdekte dat sommige indicatoren vrijwillig zijn en geen invloed hebben op wat de Inspectie, Zorginstituut en anderen ervan vinden. Die worden nu geschrapt.
Zinvol
Bestuursvoorzitter John Taks: ‘ Daar zouden in de toekomst ook verplichte indicatoren bij kunnen zitten. Als het in goed overleg niet lukt en wij kunnen het goed motiveren dan zullen wij misschien zelfs burgerlijk ongehoorzaam zijn.’ Natuurlijk zijn niet alle indicatoren onzinnig. Taks: ‘Wij willen het aantal postoperatieve infecties weten en complicaties, of hoeveel acute oproepen er van de verpleegafdelingen komen. Wij willen dingen verbeteren die patiënten en zorgverleners belangrijk vinden. Daar willen wij een bepaald niveau in halen en vervolgens stoppen we met meten en gaan we nieuwe dingen verbeteren.’
Tijdwinst
Het niet meer registreren en aanleveren van de ruim honderd indicatoren scheelt voor zo’n acht vakgroepen van medisch specialisten en medewerkers, variërend van dertig minuten per week tot enkele uren voor de jaarrapportage. Die vakgroepen zijn onder andere de internisten, neurologen, chirurgen en gynaecologen. Daarnaast scheelt het een aantal stafafdelingen veel werk om rapportages te maken en de indicatoren in te voeren in de portals van Zorginstituut Nederland. Verhagen: ‘Een gemiddelde dokter is per week twee dagen bezig met administratie en registratie, waarvan voor een deel niet duidelijk is voor wie je het doet en of de patiënt er daadwerkelijk beter van wordt.’ Het is dus de bedoeling dat de zorgprofessionals door de schrapactie meer tijd en energie overhouden die ze kunnen besteden aan directe patiëntenzorg. Iets wat ook hun werkplezier verhoogt. Verhagen: ‘Wij willen ons focussen op datgene wat ertoe doet, namelijk: het leveren van goede patiëntenzorg.’
Risico
In veel ziekenhuizen wordt er net zo gedacht over de registratie van indiatoren gedacht als in het Diakonessenhuis. Maar de meeste bestuurders zijn terughoudend om daadwerkelijk actie te ondernemen. Zelfs het schrappen van vrijwillige indicatoren is immers niet geheel zonder risico. Het is niet zeker of de indicatoren waar het Diakonessenhuis mee stopt, niet terugkomen in lijstjes als bijvoorbeeld de AD-ziekenhuis top 100. Dat zou de positie van het ziekenhuis negatief kunnen beïnvloeden.
Eerste stap
Ondanks dit risico gaat het Diakonessenhuis door met schrappen van vrijwillige indicatoren. Verhagen: ‘De honderd indicatoren vormen een eerste stap. Wij willen verder.’ Bestuursvoorzitter Taks hoopt dat de mensen aan het bed nog veel meer signalen gaan afgeven. Hij zou graag vijftig tot zestig procent van de indicatoren schrappen. ‘Het is onzinnig wat wij onze verpleegkundigen en dokters laten doen. Ze zijn bijna meer bezig met hun computer dan met de patiënt.’
Geef een reactie