Vijf ondernemers uit Groningen, verenigd in MIES (Maatschappij voor Innovatie van Economie en Samenleving), bereiden een experiment voor met een onvoorwaardelijk basisinkomen. MIES vindt dat het tijd is voor een langdurige proef waarin elke Nederlandse volwassene, ongeacht woonsituatie, inkomen of bezit, een vast bedrag krijgt uitgekeerd, dat voldoende is om (sober) van te leven, zonder dat daar een verplichting tegenover staat.
Het idee van een basisinkomen
Het idee van een basisinkomen is niet nieuw. In Nederland werd het basisinkomen op de politieke agenda gezet door D66 en PPR (later opgegaan in GroenLinks). In 1985 bepleitte de WRR de invoering van een (gedeeltelijk) basisinkomen. De regering nam dit advies niet over, wat leidde tot de oprichting van de Stichting Werkplaats Basisinkomen, door de Voedingsbond FNV, het CNV en de toenmalige PPR, om het idee van een basisinkomen verder uit te werken. In 1991 ging deze werkgroep op in de Vereniging Basisinkomen. Sinds januari 2013 is er bovendien een Europees Burgerinitiatief voor een onvoorwaardelijk basisinkomen. Binnenkort wordt er in Zwitserland een referendum gehouden over het voorstel om alle Zwitsers een basisinkomen te geven van iets meer dan tweeduizend euro. Het plan is een onderdeel van een reeks voorstellen vanuit een breder gedragen maatschappelijke onvrede met de economische ongelijkheid.In een interview met Business Insider geeft Daniel Straub, één van de bedenkers van het initiatief, een inkijk in de ideologische grondslag van het idee. “Andere initiatieven proberen een pleister te plakken op een ouderwets systeem. Wat wij voorstellen is een nieuw systeem,” zegt Straub. “Het is tijd om menselijke arbeid en inkomen deels van elkaar los te koppelen. We leven in een tijd waarin machines een groot deel van de handarbeid van ons overnemen. Dat is iets geweldigs, dat zouden we moeten vieren.”
Motieven voor een basisinkomen
Er zijn uiteenlopende motieven om te pleiten voor een basisinkomen, naast praktische overwegingen. Voor de Britse econoom Guy Standing, die al jaren ijvert voor een door de staat gegarandeerd basisinkomen voor iedereen, zijn het vooral sociale overwegingen. Terwijl onzekere mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt een makkelijke prooi zijn voor populisten en vijandig staan tegenover alles wat hen vreemd is, geeft een basisinkomen mensen juist basiszekerheid. Dat zet mensen aan om meer uit zichzelf te halen en om meer altruïstisch in het leven te staan. Met een basisinkomen verdwijnt bovendien de perverse prikkel dat mensen in de bijstand erop achteruit gaan als ze een betaalde baan aannemen en door een enorme bureaucratische mallemolen moeten om na enkele maanden betaald werk opnieuw bijstand te krijgen.
Veel voorstanders zien een basisinkomen als een goed alternatief voor de afkalvende verzorgingsstaat. In de afgelopen decennia is de sociale zekerheid juist ontaard in een pervers stelsel van sociale controle. de verzorgingsstaat, is steeds meer op wantrouwen en schaamte gestoeld. ‘Solidariteit als waarde verdwijnt waar je protocollen en procedures moet volgen, of formulieren moet invullen om je recht te krijgen’, schreef de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling onlangs nog. Filosoof Rutger Bregman pleit dan ook voor ‘doorleefde solidariteit’ in de vorm van ‘gratis geld voor iedereen.’ Onlangs presenteerde hij in een overvolle Rode Hoed zijn nieuwe boek waarin hij pleit voor de ontkoppeling van arbeid en inkomen. Lees hier het artikel dat hij er over schreef voor de Correspondent.
Politiek econoom Robert Skidelsky en zijn zoon Edward hebben weer een andere reden om te pleiten voor een basisinkomen. Volgens hen moeten we minder gaan werken en minder consumeren zodat we meer tijd hebben voor ‘het goede leven’. Tegenover het grenzeloze marktkapitalisme stellen zij een economie van het genoeg. Het is tijd om tevreden te zijn met wat we hebben en meer te genieten van het leven.
Basisinkomen: geen utopie
Tegenstanders van een onvoorwaardelijk basisinkomen voeren aan dat niemand meer iets doet als er geen financiële prikkel is. Bovendien zou het volgens hen onbetaalbaar zijn. Dat blijkt niet helemaal te kloppen. Alle instanties die uitkeringsgerechtigden moeten controleren en aan een baan helpen, kunnen worden opgeheven. Het belastingstelsel kan ingrijpend versimpeld: toeslagen, vrijstellingen en aftrekposten zijn niet meer nodig.
Hoewel het idee van een onvoorwaardelijk inkomen voor iedereen voor velen klinkt als een utopie, wijzen studies van over de hele wereld inmiddels uit dat een basisinkomen werkt. Uit experimenten met basisinkomens blijkt dat het mensen ondernemender maakt omdat mensen geen tijd en energie meer kwijt zijn om in hun eerste levensbehoeften te voorzien. Er zijn verbanden aangetoond met minder criminaliteit, minder ongelijkheid, minder kindersterfte, minder ondervoeding, minder tienerzwangerschappen, minder spijbelen, betere schoolprestaties, hogere economische groei en emancipatie.
Onderzoekers van de OESO verzamelden talloze voorbeelden van het succesvol verstrekken van een inkomen. Ondervoeding daalde (met 25 procent), evenals criminaliteit (met 42 procent) en spijbelen (van 40 naar bijna nihil), terwijl het schoolbezoek van meisjes en vrouwen met 40 procent steeg. Volgens de OESO-onderzoekers nemen de uitkomsten ook vooroordelen weg. Personen en huishoudens maken goed gebruik van het geld en er wordt niet minder, maar eerder meer gewerkt.
Mincome
Zo was er tussen 1974 en 1979 een proef in het stadje Dauphin in Canada. De bedoeling van het tijdelijke experiment was om vast te stellen in hoeverre een gegarandeerd, onvoorwaardelijk jaarlijks gezinsinkomen de ontvangers zou afhouden van werk en om te meten hoeveel minder de prikkel tot werken zou worden. De resultaten lieten zien dat er slechts een kleine impact was op de arbeidsmarkt: het aantal gewerkte uren daalde met 1% voor mannen, 3% voor getrouwde vrouwen en 5% voor niet-getrouwde vrouwen. Moeders besteedden meer tijd met hun kinderen en veel mensen besteedden meer tijd aan onderwijs. Kinderen hadden betere resultaten op school en schooluitval daalde omdat kinderen op school bleven tot het diploma in plaats van jong gaan werken.
Professor Evelyn Forget van de Universiteit van Manitoba, die het experiment in 2009 analyseerde, stelde vast dat alleen jonge moeders en tieners aanzienlijk minder gingen werken met een basisinkomen. In de periode dat het experiment Mincome werd uitgevoerd was er sprake van 8,5 % minder ziekenhuisbezoek, minder auto-ongelukken en minder huiselijk geweld. Ook werden er minder mensen opgenomen in een psychiatrische kliniek en raadpleegden minder mensen een psycholoog of therapeut.
Experiment met basisinkomen in Namibië
Een andere proef is het BIGNAM-experiment in Namibië: Basic Income Grant Namibië. Het experiment ontstond in op initiatief van een overheidscommissie, met het doel iets te doen aan de grootste armoede in het land. Iedere burger kreeg recht op een maandelijks bedrag van omgerekend 13 dollar. Iedereen was vrij om daarnaast te werken, maar extra inkomsten werden belast. Met steun van de kerken vond in 2008-2009 het eerste experiment plaats in het plaatsje Otjivero. Het belangrijkste resultaat van onderzoek daar is dat mensen met een basisinkomen meer, niet minder werkten en meer geld verdienden. Ze konden slechte banen afwijzen en zelf beslissen over het meest productieve gebruik van hun tijd. Ook hier bleek het basisinkomen bij te dragen aan sociale factoren: grotere aanwezigheid op school, minder criminaliteit en alcoholisme.
Gewoon beginnen
De Duitse Michael Bohmeyer heeft een project opgezet, Mein Grundeinkommen, om via crowdsourcing twee mensen een jaar lang een basisinkomen te geven van duizend euro per maand. De website haalt geld op voor mensen die zich daarvoor kandidaat hebben gesteld met een verhaal wat ze willen doen als ze in de gelegenheid worden gesteld. Bohmeyer werd op het spoor gebracht door zijn eigen ervaring, toen hij stopte met werken om te leven van de duizend euro die hij als aandeelhouder van een Berlijnse webstart-up maandelijks ontving. Net genoeg om sober van te leven, maar het bood hem de kans om allerlei creatieve ideeën uit te werken. Bohmeyer is ervan overtuigd dat iedereen een potentieel heeft dat getriggerd kan worden wanneer men geen zorgen meer heeft over het inkoken. Met een basisinkomen maken mensen keuzes op grond van wat ze echt willen, niet om economische redenen.”Dus ik dacht: laten we dit gewoon proberen en eens kijken wat er gebeurt, in plaats van op politici te wachten.” De eerste twee sommen van twaalfduizend euro zijn bijna binnen. Op 18 september worden de twee kandidaten gekozen.
MIES
En nu is er dan het initiatief van Groningse ondernemers,die genoeg hebben van standpunten voor en tegen. Zelfs overtuigende studies die positieve resultaten aantonen trekkers tegenstanders niet over de streep. Daarom vinden zij het tijd om het gewoon te proberen, op kleine schaal in de vorm van een experiment. Parallel daaraan zouden wetenschappers het experiment moeten volgen en uitzoeken of de invoering van een universeel, onvoorwaardelijk basisinkomen in Nederland een werkbaar alternatief zou kunnen zijn voor de huidige verzorgingsstaat. Zou een basisinkomen kunnen tornen aan de traditionele koppeling van arbeid en beloning?
Op het festival Noorderzon gingen de ondernemers in gesprek met deelnemers over de vraag: Hoe zou zo’n experiment vorm kunnen krijgen? En op welke vragen moet het onderzoek eigenlijk antwoord geven? De ondernemers maakten een inventarisatie van de vragen die het onderzoek zou moeten beantwoorden. Met deze onderzoeksvragen gaan ze in november om de tafel met experts om het experiment vorm te geven. Daarmee hoopt MIES met de hulp van wetenschappers, beleidsmakers en andere experts dichter bij de vormgeving van experiment en onderzoek te komen.
Het is een gedurfd experiment, dat mogelijk tegen hindernissen aan zal lopen. “Ik denk dat we al blij mogen zijn als we met tien bijstandsgerechtigden kunnen beginnen”, zegt Jan Willem Wennekes, een van de initiatiefnemers van MIES. “Veel politici zijn bezig om hun eigen positie te beschermen. Veel van hen zullen een dergelijk radicaal idee niet aandurven uit angst voor de reputatieschade die voortkomt uit een eventuele mislukking.”
Ik heb al jaren een ´basisinkomen´. Het schept veel ruimte om werk en leven effectiever en leuker te maken.
Wat hebben we, cq beslissers, nodig om het anderen onvoorwaardelijk te gunnen?
Het nieuwe samenleven/samenwerken is verantwoordelijkheid delen in dialoog.
Wat goed! Op wat voor manier je dat basisinkomen geregeld, Mark?
Kom op nou Mark…! Hoe heb ke dat geregeld?