In zes jaar tijd een groenzone van 72 hectare transformeren tot een ecologisch stadspark. Een bottom-up initiatief in het publieke domein, actief burgerschap en zelforganisatie van onderop leidden tot het ecologisch Stadspark Zutphen. De plek waar nu het ecologosche stadspark ligt was een aantal jaren terug een versnipperd stuk groengebied van een onsamenhangend geheel met weinig ecologische waarde. Het was onbekend bij omwonenden. De gemeente wilde er iets ecologisch mee doen, maar vanwege een gebrek aan ideeën bleef het op de plank liggen.
Het begin
Een wandeling door het gebied in 2011, georganiseerd door de Stadspartij en het IVN, wekte het enthousiasme van ecoloog Dolf Logemann. En hij bleek niet de enige bij wie het groene bloed ging stromen. In een mum van tijd ontstond de , een vijftal sterke mensen met elk een stevig netwerk, waaronder Dolf Logemann. De Initiatiefgroep wilde de groenzones verbinden en daarmee de ecologische waarde vergroten. In tweede instantie wilden de initiatiefnemers de beleefbaarheid en recreatieve mogelijkheden van het gebied uitbreiden.
Ideeën verzamelen
Voor het realiseren van dit plan beschikten de initiatiefnemers over een grote mate van creativiteit en organiserend vermogen. Om mensen bij het plan te betrekken organiseerden zij twee avonden voor omwonenden en gebruikers van het gebied, waaronder de begraafplaats, bijenvereniging, hondenvereniging, sportvereniging, IVN en kinderboerderij. Het resultaat van de twee avonden was een oogst van meer dan honderd ideeën. Deze ideeën werden geclusterd en ondergebracht in tien bouwstenen: fietsschakels, natuurspeelplekken, stadslandbouw en natuurvriendelijke oevers. Door de gesprekken gingen de gebruikers zich interesseren voor hun omgeving. En doordat ze konden meedenken met de ideeën van de initiatiefgroep ontstond een breed draagvlak.
Stadspark Zutphen
Korte tijd later werd het plan aan de gemeente gepresenteerd. En het enthousiasme, de creativiteit en professionaliteit van de initiatiefgroep werd gehonoreerd. De gemeente stelde honderdduizend euro beschikbaar voor het park. Het bedrag zou op de rekening van de gemeente blijven, de ideeën zouden door de stichting worden aangereikt en vervolgens door de gemeente of de initiatiefgroep uitgevoerd en bekostigd. Het Stadspark Zutphen was geboren.
De neuzen dezelfde kant op krijgen
De vijf initiatiefnemers waren niet alleen succesvol in het betrekken van omwonenden, ze waren alle vijf gewend om bureaucratische wegen te bewandelen. Ieder beschikte over een eigen vakmanschap en pakte iets op zoals voorlichting of beheer. Dolf Logemann nam de natuurvriendelijke oevers langs de Schouwlaakse beek voor zijn rekening. Een steriele omgeving die de Initiatiefgroep natuurlijker wilde inrichten. Het bleek echter dat elke partij rondom de beek zijn eigen belang had. Het Waterschap stond voor de opgave de beschoeiing te vernieuwen. De buurtbewoners van de aanliggende flats ondervonden overlast van de bomen en de gemeente wilde het hemelwater van de flats afkoppelen. En de Inititiefgroep wilde een natuurlijker inrichting van de oevers. Dolf’s taak bestond dus voor een groot deel uit het bij elkaar brengen van belangen en proberen de neuzen dezelfde kant op te krijgen.
Praktische oplossingen zoeken
Dat de lat hoog ligt, blijkt uit de voorwaarden die de Initatiefgroep stelde. Zo moesten de drieduizend palen uit de oude beschoeiing een herbestemming krijgen. Gelukkig was daar uiteindelijk ook een oplossing voor. Ze markeren nu de route van het Wandelpad van het park, het David de Gorter pad. En het Waterschap was blij dat de palen niet naar de vuilstort hoefden. Het was een van de mooie successen die werden behaald, die de band tussen de leden van de Initiatiefgroep versterkte en verdiepte.
Burgers nemen initiatief, de overheid participeert
Een initiatief als dit van de grond tillen kan succesvol zijn omdat er sprake is van overheidsparticipatie. Dat is iets anders dan burgerparticipatie. Bij overheidsparticipatie is sprake van een omgekeerde samenwerking: de overheid participeert in bestaande initiatieven van burgers, geeft deze de ruimte en verbindt deze waar mogelijk met elkaar. Het gaat om burgers die al initiatief nemen in het publieke domein, maar waarbij de overheid een al dan niet faciliterende functie kan vervullen om verdere realisatie mogelijk te maken.
Nieuwe manier van werken
Aan deze manier van werken moest de gemeente Zutphen wel wennen. In het begin zagen ambtenaren de Initiatiefgroep als een groepje goedgebekte burgers die de gemeente ging vertellen wat ze fout deden. Maar al gauw bleek dat dat niet zo was. De vijf leden van de Initiatiefgroep hadden veel kennis in huis, waardoor een professionele omgang ontstond met de gemeente en andere partijen. Door de coöperatieve opstelling van beide partijen werd het project een succes. Nooit scherp spelen, maar samen en gelijkwaardig. Langzamerhand is een verhouding ontstaan waarin veel mogelijk is. Wanneer de Initiatiefgroep een idee heeft vraagt de gemeente nu: wat hebben jullie nodig om het te realiseren?
Samen ontwikkelen
Bij een burgerinitiatief als het Emerpark, dat ontstaat vanuit burgers, legt volgens Dolf Logemann de overheid graag de totale verantwoordelijkheid bij de burger. Maar participatie gaat hand-in-hand. Burger en overheid zijn beiden in transitie. “Een burger die belt om een scheve stoeptegel zou moeten kijken of hij die zelf niet kan rechtleggen. En de overheid moet uit zijn lokethouding komen. Inwoners nemen die houding over en zeggen: ‘Daar moet de gemeente voor zorgen’. Dat is consumentisme. Of nog erger: ik ga niet in de rij staan, want dat helpt toch niet. De houding van de gemeente moet zijn: burgers stimuleren om dingen samen te doen. Niet alleen ervoor open staan, maar het ook aanmoedigen. De gemeente kan veel meer gebruik maken van de inzet en kennis van mensen. Burgers kunnen dingen die de overheid vaak niet alleen kan realiseren. Als een inwoner iets wil dan is dat meestal geen eigenbelang, maar dan zit daar een maatschappelijk belang achter. Als overheid moet je dat stimuleren. Als je als gemeente daarin meegaat, ben je uiteindelijk veel efficiënter.”
Actieve burgers willen niet dat de overheid alles voor hen oplost met een standaardoplossing. Ze willen maatwerk en een overheid die met hen meedenkt. Zo ontstaat een nieuwe samenwerking tussen burgers en overheid.
Kennis benutten
Bij een bottom-up initiatief moet een nieuwe aanpak worden ontwikkeld die meestal pas al doende gaat werken en die leift tot nieuwe verhoudingen. Het is zinvol om de kennis en ervaring die is opgedaan in de afgelopen zes jaar om te komen tot het huidige ecologische stadspark te gebruiken bij andere initiatieven en groene onderdelen van de stad. Zo kan het Emerpark kan een proeftuin zijn voor andere burgerinitiatieven én voor het ecologisch beheer in de hele gemeente.
Right to challenge
Als bewoners (-organisaties) zelf het initiatief nemen om een dienst uit te voeren, omdat zij vinden dat het beter/anders moet wordt dat wel Right to Challenge (het recht om uit te dagen) genoemd. Het initiatief verschuift dan van overheid naar burger: meedoen, eigen initiatief nemen. Met dit Right krijgen bewoners ook de middelen en verantwoordelijkheid. Zo nemen bewoners(-organisaties) taken over die tot nu toe vaak de lokale overheid uitvoert. De gemeente Zutphen werkt momenteel aan een betere communicatie naar buiten en een samenhangende aanpak om een ‘right to challenge’ van de grond te krijgen in Zutphen.
Bron: Stedenintransitie
Geef een reactie